Door Edward Appelman op 18 april 2019 Leestijd: 3 minutes
Hebben ouders het gezamenlijk gezag en heeft het kind hoofdverblijf bij de verhuizende ouder? Dan heeft deze ouder voor een verhuizing in beginsel toestemming nodig van de andere ouder. Geeft de ouder deze niet, dan kan een verzoek om vervangende toestemming worden ingediend bij de rechtbank. Onlangs wees de rechtbank Midden-Nederland dit verzoek af, wat verstrekkende gevolgen had: de moeder moest namelijk met de kinderen terugverhuizen. Wanneer een ouder met een kind mag verhuizen, bespreekt onze advocaat- personen en familierecht aan de hand van deze uitspraak.
Vervangende toestemming
In de rechtspraak procederen ex-partners vaak om een vervangende toestemming te verkrijgen. Uitgangspunt is dat ex-partners met kinderen zelfstandig weer een nieuw leven moeten kunnen opbouwen, waarbij een verhuizing soms noodzakelijk is.
Beoordelingscriteria
De rechtspraak betrekt daarbij de volgende relevante aspecten:
- de noodzaak om te verhuizen;
- de mate waarin de verhuizing is doordacht en voorbereid;
- de door de verhuizende ouder geboden alternatieven en maatregelen om de gevolgen
van de verhuizing voor het kind en de andere ouder te verzachten en/of te
compenseren;
- de mate waarin de ouders in staat zijn tot onderlinge communicatie en overleg;
- de rechten van de andere ouder en de minderjarigen op onverminderd contact met elkaar
in hun vertrouwde omgeving;
- de verdeling van de zorgtaken en de continuïteit van de zorg;
- de frequentie van het contact tussen de minderjarigen en de andere ouder voor en na de
verhuizing;
- de leeftijd van de minderjarigen, hun mening en de mate waarin zij geworteld zijn in hun
omgeving of juist gewend zijn aan verhuizingen;
- de (extra) kosten van de omgang na de verhuizing.
Overleg omtrent verhuizing
In dit geval stelde de moeder zich op het standpunt dat zij geen werk kon vinden in plaats A, waar zowel de vader als de moeder woonachtig waren. Om die reden wilde zij met de kinderen verhuizen naar woonplaats B, maar had daarover geen overleg gevoerd met de vader. De moeder had aansluitend de kinderen ook reeds op school ingeschreven in woonplaats B. Tot slot gaf zij aan dat haar huidige huurwoning in woonplaats A niet groot genoeg was voor haar en de kinderen. Zij kon met haar nieuwe partner een woning huren in woonplaats B dat wel groot genoeg was.
Verweer: verhuizing niet noodzakelijk?
De vader voerde als verweer tegen de stellingen van de moeder aan, dat het voor haar niet noodzakelijk was om met de kinderen naar woonplaats B te verhuizen. De vader had al maanden daarvoor via zijn advocaat laten weten geen toestemming te geven voor de verhuizing en de moeder was daarvan dan ook reeds op de hoogte. Tot slot gaf de vader aan dat er voldoende werk te vinden was in woonplaats A en dat de moeder aldus voldoende gelegenheid had om daar werk te vinden. Mocht de rechtbank zijn verzoek niet toewijzen, verzocht hij de rechtbank het
hoofdverblijf van de kinderen tijdelijk te wijzigen.
Gezamenlijke gezagsuitoefening staat voorop
De rechtbank overwoog als volgt. Ondanks het door de moeder gestelde belang oordeelde de rechtbank dat de moeder het
ouderlijk gezag had gefrustreerd door zonder toestemming te verhuizen. Daardoor had zij eigenmachtig en in strijd met het uitgangspunt van gezamenlijke gezagsuitoefening van beide ouders gehandeld. Door ook niet in overleg met de vader te treden heeft zij bovendien zijn belangen als die van de kinderen veronachtzaamd. Daarnaast heeft de moeder ook geen overleg gepleegd met de vader over de inschrijving van de kinderen op de nieuwe school in plaats B. Mede gelet op het belang van de vader: dat hij gelet op de reisafstand en zijn werk geen goede met de kinderen kon genieten als de moeder in woonplaats B zou blijven wonen, oordeelde de rechtbank dat de moeder met de kinderen diende terug te verhuizen naar woonplaats A. Gelet op haar belang en dat van de kinderen kreeg zij hiervoor een half jaar de gelegenheid.