Door Edward Appelman op 5 juli 2022 Leestijd: 4 minutes
Wanneer echtgenoten op het punt staan te scheiden, moeten er in korte tijd veel zaken worden geregeld. Wat als je het hier als echtgenote niet over eens wordt? Dan is de gang naar de rechtbank – los van de scheiding zelf - vaak onoverkomelijk. Via een voorlopige voorziening – een spoedprocedure – kunnen echtgenoten ervoor zorgen dat ze snel duidelijkheid krijgen. Hoe een voorlopige voorziening in zijn werk gaat en welke onderwerpen je als echtgenoot (met kinderen) kunt regelen, bespreekt advocaat personen- en familierecht Edward Appelman mede aan de hand van een recent uitspraak.
Aard van voorlopige voorziening
In het familierecht bestaat in principe twee soorten voorlopige voorziening: de ‘reguliere’ (bijvoorbeeld bij omgang) en een in verband met een echtscheidingsprocedure. De voorlopige voorziening bij echtscheiding is op twee onderdelen anders: ten eerste geeft de wet een limitatieve lijst van onderwerpen die aan de rechtbank verzocht kunnen worden (zie hierna) en daarnaast kunnen de echtgenoten tegen de uitspraak in voorlopige voorziening bij echtscheiding niet in hoger beroep.
Wijze van aanvraag voorlopige voorziening
Een ouder kan gedurende de gehele echtscheidingsprocedure vragen om een voorlopige voorziening. Dat verzoek moet wel via een advocaat. Deze stelt het verzoekschrift op en dient het in bij de rechtbank. Meestal dat verzoek gelijktijdig ingediend met het echtscheidingsverzoek zelf: voordeel hiervan is dat de echtgenoot voor de duur van de echtscheidingsprocedure over een aantal (financiële) zaken voorlopig zekerheid heeft. Die onderwerpen komen hierna aan bod. Meestal bepaalt de rechtbank binnen 2-3 weken na de indiening van het verzoek de datum voor de mondelinge behandeling en volgt aansluitend circa 2 weken later de uitspraak.
Relevante onderwerpen bij voorlopige voorziening
In totaal kan de ouder over vijf onderwerpen in voorlopige voorziening een beslissing vragen van de rechtbank:
- wie van de echtgenoten voor de duur van de scheiding alleen in de echtelijke woning mag wonen;
- af te geven de dagelijkse gebruiksspullen (ook voor de kinderen);
- waar de kinderen wonen voor de duur van de echtscheiding, alsmede het bedrag dat de andere ouder aan (voorlopige) kinderalimentatie moet voldoen;
- hoe de omgang over de kinderen is geregeld voor de duur van de echtscheiding;
- het bedrag dat de ene echtgenoot aan (voorlopige) partneralimentatie aan de andere echtgenoot moet betalen.
Voorlopige voorziening tijdens echtscheiding
In een recente uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 5 april 2022 ging het om een echtscheiding waarbij de ouders vier kinderen hadden. De man diende in december 2021 via zijn advocaat een verzoek tot echtscheiding in. In februari 202, aldus enkele maanden later, diende de vrouw een verzoek tot voorlopige voorziening in. Zij verzocht de rechtbank het volgende te bepalen:
- dat de kinderen voor de duur van de echtscheiding bij de vrouw zouden verblijven;
- dat er een zorgregeling tot stand zou komen van één weekend om de week bij de man;
- dat de man een bedrag van € 144,- aan kinderalimentatie per kind zou betalen;
- dat de vrouw voor de duur van de echtscheiding in de echtelijke woning mocht verblijven;
- te bepalen dat de man de maandelijkse hypotheeklasten zou blijven betalen.
Wie mag in echtelijke woning verblijven?
De vrouw woonde sinds mei 2021 alleen in de woning samen met de kinderen. Zowel zijzelf als de man zouden beide een nieuwe partner hebben, maar de vrouw betwiste dit. Daarentegen wilde de man graag in de echtelijke woning blijven met de kinderen, zodat aldus een keuze moest worden gemaakt wie van de partijen het alleenrecht op de echtelijke woning kreeg. Het is meestal zo dat de persoon die al in de echtelijke woning verblijf met de kinderen, doorgaans het 'sterkste recht' heeft.
Advies Raad voor de Kinderbescherming
Tijdens de zitting was de Raad voor de Kinderbescherming van oordeel dat de kinderen er belang bij hadden dat zij in de echtelijke woning konden blijven met de vrouw, mede omdat de kinderen belang hadden bij rust. Zij vonden daarom dat de huidige situatie moest blijven zoals die was. Zij adviseerde verder dat de ouders de komende periode met elkaar in gesprek zouden gaan om te kijken hoe zij de echtscheiding verder vorm zouden geven. Dit ook mede om te voorkomen dat het een jarenlang slepend conflict zou worden.
Oordeel rechtbank
De rechtbank oordeelde dat de kinderen veel mee hadden gekregen van de recente echtscheiding tussen hun ouders. Daarnaast waren zij getuige (geweest) van de echtscheidingsstrijd. Wat niet veranderd was, was de vertrouwde woonomgeving en dat de kinderen naar hun eigen school en (sport)activiteiten konden gaan. Daarom was de rechtbank, gelijk de RvdK, van oordeel dat het in het belang van de kinderen was dat dit zo zou blijven. Daarom wees de rechtbank het verzoek van de vrouw toe; zij mocht in elk geval samen met de kinderen, voor de duur van de echtscheiding, in de echtelijke woning blijven wonen.