Een uitkering krachtens de wet WIA. Wanneer het recht op een loonaanvullingsuitkering of loongerelateerde uitkering is geëindigd, kan de werknemer onder voorwaarden aanspraak maken op een vervolguitkering.
De hoogte van de vervolguitkering wordt vastgesteld naar aanleiding van de hoeveelheid inkomen die de werknemer zelf kan verdienen. Dit gebeurt naar aanleiding van een onderzoek door een arbeidsdeskundigde van het UWV. Als naar aanleiding van dit onderzoek komt vast te staan dat de de werknemer niet, of minder dan de helft van zijn vroegere inkomen kan verdienen, dan krijgt de werknemer een vervolguitkering. Als de werknemer tussen de 50% en 100% kan verdienen van wat hij eerder verdiende, kan hij in aanmerking komen voor een loonaanvullingsuitkering.
De hoogte van de vervolguitkering is gebaseerd op het minimumloon. Als het vroegere inkomen van de werknemer lagere was dan het minimumloon, dan wordt de hoogte van de vervolguitkering gebaseerd op het vroegere loon.
De werknemer heeft de mogelijkheid om, met het verkrijgen van de vervolguitkering, vooralsnog in extra inkomen te voorzien door te werken. Dit heeft geen gevolgen voor de hoogte van de vervolguitkering. Dit is van belang, aangezien de werknemer veel minder inkomen verkrijgt dan hij zou hebben genoten indien hij recht zou hebben op een loonaanvullingsuitkering.