Een aantal beroepen omvatten een geheimhoudingsplicht. Deze geheimhoudingsplicht beoogt de belangen van de cliënt te beschermen doordat alle gedeelde informatie vertrouwelijk is. Meestal gaat het daarbij om een professie, zoals advocatuur, notaris of arts.
De geheimhoudingsplicht van de advocaat omvat alle gegevens die de cliënt hem in de hoedanigheid van cliënt heeft toevertrouwd. De geheimhoudingsplicht is opgenomen in de Gedragsregels advocatuur. Een uitzondering op de geheimhoudingsplicht is de situatie waarbij het voor een zaak noodzakelijk is dat de advocaat de identiteit van zijn cliënt kenbaar maakt. Vereist is wel dat de cliënt daartegen geen bezwaar maakt. De ratio hierachter is dat de behandeling van een zaak deze uitzondering vaak noodzakelijk maakt, en de geheimhoudingsplicht anders aan de behandeling in de weg zou staan.
De geheimhoudingsplicht eindigt niet op het moment dat de cliënt overstapt naar een andere advocaat of als de zaak afgelopen is. De geheimhoudingsplicht blijft ook bestaan in het geval de cliënt komt te overlijden; slechts bij zwaarwegende belangen kan hier een uitzondering op gemaakt worden.
Voorts geldt de geheimhoudingsplicht niet in een tuchtrechtprocedure. De ratio hierachter is dat de advocaat anders bemoeilijkt zou worden in het voeren van verweer tegen de klacht van zijn cliënt. Doorbreking van de geheimhoudingsplicht van de advocaat zonder wettelijke basis is strafbaar gesteld en bovendien kunnen tuchtrechtelijke maatregelen tegen hem worden getroffen. Een advocaat kan zich beroepen op zijn verschoningsrecht indien hij zaken weet over een cliënt en daarover dient te getuigen. Hij kan zich dan succesvol beroepen op zijn geheimhoudingsplicht.