De wet omschrijft een beperkt recht als een recht dat is afgeleid uit een meer omvattend recht, hetwelk met het beperkte recht is bezwaard.
In de wet bestaat onderscheid tussen volledige rechten (zoals eigendom) en beperkte rechten. Dit is van belang, daar op zelfstandig overdraagbare rechten zoals eigendom of vermogensrechten een een beperkt recht kan worden gevestigd. Een veelvoorkomend beperkt recht is het recht van hypotheek en het recht van pand. De eigenaar vestigt deze ten behoeve van de bank om zekerheid te stellen.
Beperkte rechten worden onderverdeeld in gebruiksrechten en zekerheidsrechten. Tot deze laatste behoren het recht van hypotheek en het recht van pand.