Door Edward Appelman op 10 juni 2020 Leestijd: 2 minutes
Een maatschap is een samenwerkingsverband tussen personen. Veel beroepen zoals advocaten, accountants en artsen maken gebruik van dit samenwerkingsverband om een onderneming op te richten. Anders dan met andere ondernemingen is een maatschap echter geen rechtspersoon, wat maakt deze een stuk informeler is – zo komt het soms voor dat er helemaal geen afspraken op papier zijn vastgelegd. Wat gebeurt er in zo’n geval als een vennoot besluit om uit de maatschap te treden of overlijdt? Dit bespreekt onze advocaat verbintenissenrecht aan de hand van een recente uitspraak.
Voortzettingsbeding bij maatschapscontract
De maatschap is geregeld in Burgerlijk Wetboek 7A, het Wetboek van Koophandel en de Handelsregisterwet. De wet bepaalt expliciet dat een maatschap ophoudt te bestaan als een van de maten opzegt of komt te overlijden. Dit is alleen anders als de maten onderling een andere afspraak maken (
regelend recht). Bijvoorbeeld dat de maatschap blijft voortbestaan onder verdere samenwerking met de overige maten (ook wel: voortzettingsbeding).
Vennootschap onder firma
In een recente procedure waren de feiten als volgt. Op 1 januari 2019 hadden drie maten een vof opgericht. Dit is een bijzondere vorm van de maatschap, maar net als bij een reguliere maatschap moet deze worden ingeschreven bij de kamer van koophandel. Dat hadden de maten op 14 februari 2019 gedaan. Zij richtten zich met de maatschap op wijnimport en wijninkoop. Op 1 mei 2019 gaf een van de maten, A, aan dat hij met de samenwerking wilde stoppen en zou zich laten uitschrijven.
Winst- en verliesrekening
Toen bleek dat de maatschap nog een verlies had openstaan. Volgens de winst- en verliesrekening bedroeg deze in totaal €11.692,91. Vervolgens berichtte een van de andere maten aan A dat hij een derde deel van dit verlies voor zijn rekening moest nemen. A was het daar niet mee eens.
Verlies te wijten aan schuld overige maten?
In de procedure bij de rechter vond A dat het aan de schuld van de overige maten was dat de vennootschap zoveel verlies had geleden. Volgens A was de vof door zijn uittreding van rechtswege ontbonden en tot vereffening. Zonder dat sprake was van een voortzettingsbeding hadden zij de maatschap voortgezet en daar plukten zij de vruchten van, aldus A. Volgens hem was het dan ook onaanvaardbaar om thans nog geld van hem te vorderen.
Geen maatschapscontract: wat zijn de afspraken?
In de procedure hadden partijen geen maatschapscontract overgelegd. Het was daarom niet duidelijk of partijen een voortzettingsbeding waren overeengekomen. Gelet daarop hield de rechter de procedure aan in afwachting van overlegging van het maatschapscontract. Hieruit moet blijken óf sprake is van een voorzettingsbeding en hoe de financiële afwikkeling is geregeld. Hebben zij niets geregeld, dan is de maatschap ontbonden en moet het verlies naar redelijkheid en billijkheid worden vastgesteld. In dat geval zal A aldus waarschijnlijk een derde deel van het verlies voor zijn rekening nemen.
Volledige ontbinding maatschap bij opzegging
Het is aldus belangrijk om belangrijke (financiële) afspraken vast te leggen in een maatschapscontract. Bevat het maatschapscontract een overname- of verblijfsbeding, dan kan een maatschap pas geheel worden ontbonden via opzegging door alle maten.