Binnen het recht geldt: gelijk hebben is iets anders dan gelijk krijgen. Wie meent een vordering te hebben op een ander, kan zo nodig naar de rechter stappen om een veroordelend vonnis te verkrijgen. In een recente procedure was een verzekeraar hier wel zeer stellig in: de verzekeraar meende dat zij van de gedaagde partij nog een bedrag van €0,14 kreeg en stuurde hiervoor een dagvaarding uit. Onze advocaat verbintenissenrecht bespreekt hoe de rechter daarover dacht.
Feiten en omstandigheden
Eiseres in de procedure was AnderZorg N.V. Gedaagde partij (hierna: X) in de procedure had bij AnderZorg een zorgverzekering afgesloten. In 2018 had zij voor een bedrag van €329,14- aan medische kosten gemaakt die onder het eigen risico vielen. AnderZorg had deze kosten aldus voor haar betaald en wenste aansluitend het bedrag van €329,14 op X te verhalen.
Dagvaardingsprocedure in verband met uitblijven betaling
Lange tijd bleef betaling uit, zodat AnderZorg dreigde met gerechtelijke stappen jegens X. Die zag een procedure niet zitten en ging toen alsnog over tot betaling. In plaats van het gehele bedrag betaalde zij echter €329,- zodat nog een restvordering van AnderZorg op X bleef staan ter hoogte van €0,14. Zij wenste echter ook dit laatste bedrag te verhalen en dreigde wederom met juridische stappen. Toen betaling uitbleef, stuurde AnderZorg de uit.
Verstekvonnis
X kwam niet in de procedure opdagen. Gelet daarop wees de rechter een , wat inhoudt dat de rechter -bij gebrek aan tegenspraak- de vorderingen van de eisende partij toewijst, tenzij deze hem onrechtmatig of ongegrond voorkomt. Volgens de rechtbank was dit niet het geval en wees, gelet daarop, de vordering van AnderZorg tot betaling van €0,14 toe.
Rechtbank: vordering niet onrechtmatig of ongegrond, maar wel onfatsoenlijk
De rechter merkte aansluitend fijntjes op: dat het enkele feit dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond was, niet betekent dat de vordering hem ook fatsoenlijk voorkwam. De kantonrechter overwoog dat zij AnderZorg niet kon verbieden om een dergelijk gering bedrag in rechte te vorderen, maar overwoog dat het niet de bedoeling is om voor dergelijke zeer geringe bedragen een gerechtelijke procedure te starten, mede vanwege de belasting die dit met zich brengt voor het gerechtelijk systeem.
Proceskostenveroordeling
Uiteindelijk diende AnderZorg erop toe te leggen: omdat X de facto aan AnderZorg had betaald nog voordat de dagvaarding was uitgestuurd, kon AnderZorg geen aanspraak maken op . Die werd aldus door de rechter
afgewezen. Aansluitend oordeelde de rechter dat AnderZorg gelet daarop als partij in de procedure grotendeels in het ongelijk was gesteld. Dat betekende dat zij de proceskosten van X diende te betalen. Al met al kwam AnderZorg er uiteindelijk dus slecht(er) van af.