Al eerder werd in deze blog geschreven over de ingrijpende gevolgen die een onderbewindstelling met zich kunnen brengen. Wanneer een onderbewindgestelde het functioneren van zijn of haar bewindvoerder in twijfel trekt, kan hij het ontslag aanvragen van de bewindvoerder aanvragen via de rechtbank. De rechter toetst alsdan of er voldoende omstandigheden zijn die dit ontslag rechtvaardigen. Welke omstandigheden daarbij van belang zijn, welke kosten die procedure met zich brengen en welke voorwaarden gelden voor een ontslag, bespreekt onze advocaat personen- en familierecht aan de hand van een recente uitspraak.
Feiten en procesverloop
In deze procedure ging het om een kwestie in hoger beroep. De vrouw was per 11 juli 2014 onder bewind gesteld. Daardoor werd de vrouw handelingsonbevoegd t.a.v. alle goederen die haar (zouden) toebehoren. De vrouw verzocht in de jaren daarna tot twee maal een ontslag van haar bewindvoerder. De rechtbank wees dit verzoek eerst af bij beschikking van 19 februari 2015. Bij een herhaald verzoek van de vrouw wees de rechtbank op 17 april 2018 wederom een negatieve beschikking. De bewindvoerder bleef aldus aangesteld.
Gewichtige redenen
Met deze laatste beslissing was de vrouw het niet eens en stelde daartegen hoger beroep in. Volgens de vrouw waren er gewichtige redenen om de bewindvoerder te ontslaan. Zij wenste bovendien een nieuwe bewindvoerder omdat deze volgens haar zijn taken wél naar behoren zou vervullen. Tot slot verweet de vrouw dat haar bewindvoerder alle tijd ten onrechte geen WSNP-verzoek zou hebben ingediend terwijl zij al lange tijd een stabiel inkomen- en uitgavenspatroon zou hebben.
Voorwaarden voor ontslag bewindvoerder
Op grond van de wet kan de rechtbank een bewindvoerder ontslaan als voldaan is aan de voorwaarden van art. 1:448 lid 2 BW. Daarnaast kan ook van rechtswege eindigen, als aan de bewindvoering een tijdsperiode was gekoppeld.
In art. 1:448 lid 2 BW is bepaald dat een bewindvoerder kan worden ontslagen wegens gewichtige redenen. Het ontslag kan ook worden aangevraagd als de bewindvoerder niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden. In deze gevallen kan de bewindvoerder zelf zijn ontslag aanvragen, de onderbewindgestelde zelf of een eventuele medebewindvoerder. De rechtbank kan ook zelfstandig besluiten om een bewindvoering te beëindigen.
Hof: onvoldoende omstandigheden voor rechtvaardiging ontslag
In deze procedure werd de vrouw ook in hoger beroep door het hof in het ongelijk gesteld. De reden daarvoor was dat de bewindvoerder weliswaar - zoals de vrouw stelde - geen WSNP-traject had aangevraagd, maar de reden daarvoor was dat de financiële situatie van de vrouw nog altijd zeer fragiel was. Bovendien kon de vrouw dagelijks door middel van het telefonisch spreekuur bij haar bewindvoerder terecht voor (financiële) vragen en kon de vrouw haar financiële situatie online inzien. Volgens het hof waren er aldus onvoldoende concrete feiten en omstandigheden die een ontslag van de bewindvoerder rechtvaardigden.