Een verbintenis kan onder opschortende voorwaarde en onder ontbindende voorwaarde tot stand komen. Indien een overeenkomst tot stand komt onder ontbindende voorwaarde, wordt de overeenkomst ontbonden zodra de gebeurtenis intreedt. Een voorbeeld hiervan is de koopovereenkomst van een huis onder voorwaarde dat de koper de financiering rond kan krijgen. Lukt hem dit niet, dan treedt de ontbindende voorwaarde in en vervalt de overeenkomst.
Indien de overeenkomst wordt ontbonden wegens het intreden van de voorwaarde, dan heeft zulks niet tot gevolg dat alle reeds verrichte prestaties onverschuldigd zijn verricht. Een gevolg van ontbinding van de overeenkomst is wel dat ongedaanmakingsverbintenissen tot stand komen.