De overeenkomst van bruikleen is de overeenkomst waarbij een partij een zaak aan een ander geeft, waarna deze andere de zaak na enig tijdsbestek weer aan de oorspronkelijke eigenaar zal retourneren. Voorwaarde is dat de bruikleen om niet gebeurt, wat inhoudt dat de uitlener geen tegenprestatie ontvangt voor het uitlenen van het goed.
De persoon die de zaak leent dient als een goed huisvader voor de zaak zorg te dragen. Daarnaast mag hij de zaak niet voor andere doeleinden gebruiken dan waarvoor hij bestemd is, of dan bij overeenkomst is bepaald. De uitlener kan de zaak pas weer opeisen nadat de in de leenovereenkomst afgesproken termijn is verstreken. Is geen termijn bepaald, dan kan de uitlener de zaak weer opeisen eerst nadat de lener de zaak heeft kunnen gebruiken, tenzij de uitlener de zaak dringend zelf nodig heeft. De bepalingen omtrent de bruikleenovereenkomst dateren nog uit het oude Burgerlijk Wetboek (1993) en zijn in sommige aspecten gedateerd.