Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding.
Een aanbod is een op rechtsgevolg gerichte wil, die aan één of meer bepaalde personen gericht wordt. Een aanbod dient voldoende specifiek te zijn. Ook moet blijken dat de aanbieder de intentie heeft gehad om een overeenkomst tot stand te doen brengen.
Dit kan afhankelijk van de product of dienst zijn: zo is in de rechtspraak bepaald dat producten voorzien van een prijsetiket in een schap een concreet aanbod zijn, maar is bepaald dat de prijs voor een huis een ‘uitnodiging is om in onderhandeling te treden’. Door aanvaarding van het aanbod komt dan niet zonder meer een overeenkomst tot stand.
Een aanbod kan worden herroepen, tenzij het een termijn voor de aanvaarding inhoudt of de onherroepelijkheid ervan op andere wijze uit het aanbod volgt. Een aanbod kan slechts worden herroepen zolang het aanbod niet is aanvaard. Is het aanbod wel reeds aanvaard, dan is er een overeenkomst tot stand gekomen tenzij het aanbod een mededeling bevat dat het vrijblijvend is gedaan. Dan kan de aanbieder direct na totstandkoming van de overeenkomst nog terugkomen op het aanbod. Een voorbeeld hiervan zijn winkelproducten met de tekst “zolang de voorraad strekt”, of “op=op”.