Een mededeling aan de verdacht dat hij het recht heeft om te zwijgen. De ratio hierachter is dat een verdachte het recht heeft om zichzelf niet te incrimineren doordat hij (onbedoeld) belastende verklaringen aflegt. Op deze wijze wordt voorkomen dat een verdachte meewerkt aan zijn eigen veroordeling. Ook wordt voorkomen dat autoriteiten ongeoorloofde druk uitoefenen op de verdachte, door bijvoorbeeld toevlucht te nemen tot het toepassen methoden van onbehoorlijke dwang tegen de wil van de verdachte.
De cautie is geregeld in het Wetboek van Strafvordering, alsmede art. 6 EVRM. Al is de cautie niet met zoveel woorden geregeld in het EVRM, is het een voortvloeisel op het recht van verdachten op een eerlijke procedure.