Een herziening in de zin van de Algemene wet inkomensafhankelijke regeling geeft de Belastingdienst de bevoegdheid om een voorschot terug te vorderen. Dit zal zich voordoen indien de belanghebbende een aanvraag voor een tegemoetkoming indient vóór 1 april volgend op het jaar waarop de tegemoetkoming betrekking heeft. Als er een vermoeden bestaat dat het bedrag voor de tegemoetkoming in overeenstemming is met de aanvraag, zal de Belastingdienst een voorschot geven. De Belastingdienst kan een voorschot vervolgens herzien, maar alleen als op het tijdstip van de herziening nog geen vijf jaar zijn verstreken na de laatste dag van het berekeningsjaar.
De Belastingdienst/Toeslagen verleent de belanghebbende die een aanvraag voor een tegemoetkoming indient vóór 1 april van het jaar volgend op het berekeningsjaar waarop de tegemoetkoming betrekking heeft, een voorschot tot het bedrag waarop de tegemoetkoming vermoedelijk zal worden vastgesteld binnen 13 weken na de ontvangst van de aanvraag.