Door admin_appelman op 26 september 2017 Leestijd: 2 minutes
Onlangs boog de Rechtbank Den Haag zich over het verzoek van twee (ex) samenwonenden om hun afspraken m.b.t. de kinderen welke zij in een ouderschapsplan hadden vastgelegd aan de beschikking te hechten. Tijdens de procedure trok de vrouw zich evenwel terug. De man handhaafde zijn verzoek. Hij meende dat het verzoek kon worden toegewezen ondanks het feit dat de vrouw zich had teruggetrokken omdat het ouderschapsplan door beide partijen ondertekend was.
De Rechtbank wees het verzoek van vader echter af als zijnde niet op de wet gebaseerd : alleen ouders die getrouwd zijn, of een geregistreerd partnerschap hebben of samenlevers die beiden het gezag hebben, zijn verplicht een ouderschapsplan op te stellen. Omdat in de casus van de Rechtbank Den Haag de vrouw wel het gezag had maar de man niet waren de ouders niet verplicht een ouderschapsplan op te stellen. Om die reden oordeelde de Rechtbank dat het verzoek niet op de wet was gebaseerd.
Noot: de Rechtbank meende dat – omdat er tussen partijen geen geschil was – zij hun afspraken bij de notaris hadden kunnen vastleggen. De Rechtbank zag geen aanleiding om Rv 819 naar analogie toe te passen. Anders: Rechtbank Arnhem 1 maart 2009: Rechtbank neem afspraken ex-samenwonenden (met beiden gezag) op in de rechterlijke beschikking.