In de media werd breed uitgemeten dat Facebook door de rechter op de vingers is getikt. In een door eiser (een BN’er) aangespannen procedure werd gevorderd dat Facebook een aantal valse advertenties waarin hij voorkwam zou verwijderen: deze waren volgens hem onrechtmatig zijn beeltenis – zonder zijn toestemming – als promotiemateriaal werd gebruikt bij valse advertenties over bitcoins. Facebook deed een beroep op de zogenoemde Safe Harbor bepalingen, maar dit mocht niet baten: de kort gedingrechter stelde eiser in het gelijk en veroordeelde Facebook om alle advertenties over hem te verwijderen en verwijderd te houden. Hoe de rechter tot dit oordeel kwam, bespreekt onze advocaat verbintenissenrecht.

Ontwikkelingen (internationale) wetgeving en jurisprudentie

De afgelopen decennia is er steeds meer (internationale) wetgeving en jurisprudentie gekomen op het gebied van internetrecht. Een belangrijke mijlpaal op dit gebied is de op 25 mei 2018 in werking getreden Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), die onder meer ten doel heeft om het voor particuliere personen eenvoudiger te maken om rectificatie van hun persoonsgegevens te vragen of om verwijdering te verzoeken bij instellingen die gegevens over hun verwerken.

Safe Harbor bepalingen

Andere belangrijke ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving zien toe op de vraag welke rechten en plichten (grote) digitale platformen zoals Facebook heden ten dage hebben. Onduidelijk is bijvoorbeeld in hoeverre ondernemingen zoals Facebook een beroep kunnen doen op de Safe Harbor bepalingen. In dergelijke gevallen rust op een internetplatform – zoals Facebook – geen aansprakelijkheid voor de inhoud die door haar gebruikers tot stand is gekomen. Een beroep hierop is echter alleen mogelijk als het internetplatform fungeert als ‘doorgeefluik’ van informatie.

Eiser spoedeisend belang?

In deze procedure oordeelde de rechter allereerst dat eiser een spoedeisend belang had bij een kort geding. Ondanks dat alle advertenties al door Facebook waren verwijderd en sinds een aantal maanden niet meer zichtbaar, oordeelde de rechter dat ook de mogelijkheid om op te treden tegen een dreigend onrechtmatig handelen in deze een spoedeisend belang opleverde. Eiser was namelijk niet het enige slachtoffer van valse advertenties waarin hij voorkwam.

Fungeert Facebook als tussenplatform?

Ten aanzien van de vraag of Facebook als doorgeefluik van informatie fungeert – zodat zij in beginsel niet aansprakelijk is voor de door haar gebruikers geplaatste inhoud – werd door partijen uitvoerig gedebatteerd. Voor Facebook stelde zich op het standpunt al zeer veel inspanningen te ondernemen om de inhoud van door haar gebruikers geplaatste inhoud te controleren.

Actieve bemoeienis advertenties

Volgens de rechter was de centrale vraag echter niet zozeer of de inhoud van door haar gebruikers geplaatste inhoud onrechtmatig was, maar de betreffende valse advertenties. De rechter overwoog in dit kader dat Facebook een actieve bemoeienis heeft voor wat betreft de wijze van goedkeuring van haar advertenties: zo controleert Facebook de landingspagina waarnaar de advertentie verwijst en gaat zij na of de advertenties ook in overeenstemming zijn met haar huisregels en het advertentiebeleid. Zij heeft hier bovendien een (zeer) sterk belang bij, omdat haar business model hierop is gebaseerd.

Toewijzing vorderingen

Volgens de rechter kwam Facebook om deze reden geen beroep toe op de Safe Harbor bepalingen. Zij fungeerde namelijk – kort gezegd – niet als doorgeefluik maar had een actieve bemoeienis voor wat betreft haar advertentiebeleid. Gelet daarop wees de rechter de vorderingen van eiser toe en oordeelde dat Facebook zich (meer) diende in te spannen om alle valse advertenties van eiser, waarin hij de aankoop van bitcoins zou aanmoedigen, te verwijderen en verwijderd te houden. Aan de veroordeling koppelde de rechter een dwangsom tot een maximale hoogte van €1.000.000,-.

Door Edward Appelman op 12 november 2019 Leestijd: 3 minutes